KLIK HIER VOOR INFORMATIE |
GEZONDHEIDSTIPSERVARINGEN EN INZICHTEN |
CLICK HERE FOR |
Kieskeurigheid met eten is op zich geen gezondheidsprobleem. In tegenstelling daartoe zijn mensen die veel soorten eten niet lusten, vaak gezonder dan mensen die juist álles wel lusten. Dat komt doordat de tweede categorie van mensen, dus zij die alles wel lusten, sterk de neiging zullen hebben om dan ook alles maar te gaan eten. Voor mensen die niets tegenstaat, is er immers een geweldige keuze aan eten beschikbaar. Dat is er minder voor mensen, die nogal kieskeurig zijn. 'Kieskeurig etende kinderen, zullen uitgroeien tot kieskeurig etende volwassenen', wordt vaak gedacht. Maar dat is lang niet zeker. Op oudere leeftijd zouden zij weleens veel meer kunnen lusten, dan op kinderleeftijd het geval was. Dan is er wat dat betreft niets aan de hand. De kans echter dat kieskeurige kinderen ook op oudere leeftijd nog steeds geen alleseters zijn, is redelijk groot. En de kans dat zij door dat gegeven op oudere leeftijd vrij slank zullen blijken te zijn, is ook nogal groot. Dus het 'niet-lusten' van verschillende voedselsoorten is dan eigenlijk juist goed voor de gezondheid van mensen. En omdat slanke mensen door dat gegeven nog een betrekkelijk goed uiterlijk hebben, veroorzaakt het ook nog eens dat deze mensen psychisch beter 'in hun vel zitten' dan de zogenaamde 'omniforen'.
Maar kieskeurige eters zouden ook weleens een gebrek aan essentiele voedingsstoffen kunnen krijgen. En dat zou dan hun gezondheid wel gaan schaden. Dat is iets waar veel ouders van jonge kinderen over inzitten. Vooral wanneer de kieskeurigheid zich voordoet bij belangrijke voedingsmiddelen als groenten en fruit. En kieskeurig etende mensen zouden ook weleens een relevant tekort aan voeding binnen kunnen krijgen. Een dergelijk groot tekort dat zij in feite ál te slank zullen worden. Zó slank zelfs dat zij ronduit mager zullen blijken te zijn. Dan zijn zij in een situatie aangekomen dat hun kieskeurigheid wél negatief is voor hun gezondheid.
Mensen, vaak jonge pubermeisjes, die quasi opzettelijk te weinig voedsel tot zich nemen en die daardoor de in potentie zo gevaarlijke aandoening anorexia ontwikkelen, schaden eveneens hun gezondheid. Zij schaden hun gezondheid soms zelfs in die mate, dat zij er uiteindelijk aan zouden kunnen komen te overlijden. Als men deze jonge mensen met lange tanden ziet zitten eten, krijgt men de indruk dat zij het voorgeschotelde voedsel niet lusten. Maar dat is meestal duidelijk niet het geval. De ware reden dat zij niet goed genoeg eten, is dat zij erg bang zijn dat zij al te corpulent zullen gaan worden als ze meer gaan eten.
Mensen die niet genoeg eten omdat zij veel soorten eten niet zeggen te lusten, moet men in principe niet als anorexia-patiënten beschouwen. Zij hebben blijkbaar een negatieve associatie opgedaan met veel soorten eten. Dat kan korte tijd daarvoor tijdens hun volwassenheid zijn gebeurd, ofwel tijdens hun jeugd. Maar hun tegenzin in velerlei soorten voedsel lijkt ook weleens te kunnen zijn overgeërfd, namelijk als die afwerende reactie op bepaalde soorten voedsel zonder enige aanwijsbare oorzaak bij meerdere familieleden blijkt voor te komen.
Echter het kan ook goed zijn dat het niet-lusten van bepaalde soorten voedsel bij die mensen slechts een idee-fixe is. Die irrationele tegenzin tegen verschillende soorten voedsel kan op zeker moment bij die mensen ook geheel blijken te verdwijnen. De beste manier om die tegenzin te bestrijden, blijkt een gevarieerd aanbod van voedselsoorten te zijn.
Wat betreft de opvoeding van kinderen tot volwassenen die ruimschoots van allerlei soorten voedsel weten te genieten, is het van groot belang dat kinderen in geen geval worden gedwongen om bepaalde soorten voedsel te gaan innemen. Want dat zou alleen maar averechts werken. En bovendien: dat is ook uitermate meelijwekkend. Dat moet men in geen geval gaan doen. En bovendien: dat werkt ook beslist niet. Daardoor zou men walging bij die kinderen op kunnen gaan wekken, met misselijkheid en braakneigingen tot gevolg. Nee, kinderen moeten veeleer zelf tot de besissing kunnen komen om op een bepaald moment iets in de mond te gaan stoppen. Iets waarvan ze gezien hebben dat zij het zonder problemen kunnen gaan opeten. En waardoor zij dan vervolgens minder vaak aan tafel hoeven te gaan zitten tijzen.
Wij mensen willen het voedsel ook in onze mond kunnen controleren. Krijgen wij eten met een 'moeilijke' textuur op ons bord, dan zijn we bang om te stikken, of om te moeten kokhalzen. Dat aspect speelt bij sommige kinderen ook een rol van betekenis bij het wennen aan nieuwe soorten voedsel. Het eten van yoghurt waaraan muesli is toegevoegd, is voor hen alleen al om die reden een probleem. Dat kan niet alleen voor kinderen, maar ook voor volwassenen een ware gruwel zijn. Het feit dat zich onherkenbare brokjes of stukjes in het eten bevinden, doet mensen soms zo erg gruwen, dat zij niet in staat zijn het op te eten.
N.B. Dit doet denken aan het kind wat op zeker moment erg walgde van het opdrinken van een glas water. Aan dat glas water waren namelijk, op een warme zomerse dag, enkele ijsklontjes toegevoegd. 'Maar ik lust helemaal geen brokjes', zei dat kind toen, als verklaring voor zijn weerzin om wat van dat water te gaan drinken.Vóór u besluit om een tip (die op deze website staat vermeld) te gaan opvolgen, dient u eerst de veiligheidsadviezen te lezen. Klik daarvoor op deze link.